Overlevingskans na hartstilstand in Antwerpen dubbel zo groot als Belgisch gemiddelde
Meer kennis van reanimatie bij omstaanders zou aantal overlevenden nog doen stijgen

In 2024 rukten de spoeddiensten van Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) 472 keer uit voor een hartstilstand. Van de 261 mensen die effectief werden gereanimeerd, waren er na 30 dagen nog 45 in leven. Dat is een op de zes, of zeventien procent. Daarmee doen de spoeddiensten van ZAS het dubbel zo goed als het Belgisch gemiddelde (8,5%). Dit blijkt uit de cijfers over de reanimaties van ZAS in 2024.
De overlevingskansen van de getroffenen zouden nog stijgen als meer omstaanders de reanimatie starten terwijl ze wachten op gespecialiseerde hulp. Zes op de tien getuigen van een hartstilstand grijpen niet in.
4 op 10 overgebracht naar het ziekenhuis
De MUG-diensten (*) van ZAS rukten vorig jaar 472 keer uit voor een hartstilstand. In bijna de helft van de gevallen (211 keer, 45%) kon geen hulp meer baten en startten de hulpdiensten geen reanimatie op. Dit kwam doordat de persoon in kwestie bijvoorbeeld alleen woonde en al overleden was, of bij onderliggende chronische aandoeningen (zoals ernstige problemen met longen of hart- en bloedvaten) waarbij omstaanders geen reanimatie hadden opgestart in afwachting van de hulpdiensten.
Ruim vier op de tien patiënten (43%) bij wie reanimatie was opgestart door de hulpdiensten, konden worden overgebracht naar het ziekenhuis. Van de 112 patiënten die het ziekenhuis haalden waren er na een maand nog 45 in leven.
Van deze patiënten werd 85 procent uit het ziekenhuis ontslagen in een toestand waarbij ze zowel thuis als op het werk opnieuw normaal konden functioneren.
(*) Een MUG is als het ware een mobiele dienst spoedgevallen. Het MUG-team verleent dringende geneeskundige hulp aan patiënten met ernstige en levensbedreigende problemen. Het gaat bijvoorbeeld om verkeersongevallen, hartproblemen of een hart- en ademhalingsstilstand waarbij een reanimatie moet verricht worden.
Beter dan gemiddelde van Duitsland, Frankrijk, Noorwegen en Verenigd Koninkrijk
Traditioneel ligt de overlevingskans in stedelijk gebied iets hoger dan de nationale gemiddelden. Dit komt doordat er meer ziekenhuizen zijn en de hulpdiensten sneller ter plaatse zijn.
Met 17,4 procent is de overlevingskans binnen het zorggebied van ZAS veel hoger dan het Belgisch gemiddelde. ZAS doet ook beter dan de nationale gemiddelden van Noorwegen (12%), Duitsland (8%), het Verenigd Koninkrijk (8,6%) en Frankrijk (5%).
Alleen Nederland doet met 18,7 procent iets beter. Mogelijk is dit te verklaren door de combinatie van uitgebreide kennis van reanimatie bij de bevolking en een oproepsysteem voor geschoolde buurtbewoners om te komen helpen wanneer iemand een hartstilstand vaststelt.
Meer kennis van reanimatie nodig
Urgentiearts Esmael El-Abdellati van ZAS Middelheim:
“Het overlevingspercentage zou een pak hoger liggen als meer mensen zonder medische opleiding zouden reanimeren in afwachting van gespecialiseerde hulp. Met een gemiddelde aanrijtijd van acht minuten is de MUG in de stad Antwerpen snel ter plaatse na een oproep. Als het slachtoffer van een hartstilstand in die 480 seconden basic life support (BLS, hartmassage en beademing, eventueel gebruik van een defibrillator) krijgt, kan dat een heel groot verschil maken voor de overleving.”
Slechts 4 op de tien omstaanders reanimeren
Bijna driekwart van de hartstilstanden vindt plaats thuis, op het werk of tijdens het sporten. Slechts in vier op de tien gevallen starten omstaanders een reanimatie op. Vaak zijn dit familieleden, vrienden of collega’s. Zes op de tien omstaanders grijpen dus niet in.
Niets doen leidt sowieso tot een overlijden. Voor elke minuut zonder reanimatie nemen de overlevingskansen drastisch af. Wie wel hartmassage van omstaanders heeft gekregen en gedefibrilleerd is, heeft een overlevingskans van 56 procent.
3 schakels in keten van overleving
Om de overlevingskans na een hartstilstand te verbeteren zijn drie factoren doorslaggevend.
- Eerst en vooral wordt de overleving van de patiënt sterk bepaald door het onmiddellijk toepassen van hartmassage door omstaanders en het zo snel mogelijk defibrilleren. Een defibrillator is een toestel dat het hart een elektrische schok geeft om het hartritme weer op gang te brengen. Defibrillators zijn terug te vinden op heel wat openbare plaatsen, aangegeven met ‘AED’. Het toestel legt uit wat je moet doen.
- Daarnaast is een goed op elkaar afgestemde zorgketen essentieel. Binnen ZAS worden de gereanimeerde patiënten zoveel mogelijk gecentraliseerd in ZAS Middelheim. Zeven op de tien reanimaties worden er opgevangen en verzorgd in het hartcentrum van het ziekenhuis.
- Tot slot is het belangrijk om te leren uit de reanimaties. ZAS heeft een reanimatieraad waarbij experten alle reanimaties van de vijf ZAS-spoeddiensten monitoren. Indien nodig stuurt de reanimatieraad bij. Om de overlevingskans te verhogen, bewaakt de reanimatieraad ook de kwaliteit van de opleidingen van de reanimatieteams.
Wat doen bij een hartstilstand?
Wie getuige is van een hartstilstand, doet best het volgende:
- Zorg dat je op een veilige plek kan reanimeren.
- Bel de noodcentrale (112).
- Zet je telefoon op speaker. Zo kan je de uitleg van de noodcentrale horen terwijl je reanimeert.
- Vraag een omstaander om te helpen, bv. om een defibrillator te halen of de hulpdiensten op te wachten.
- Voer hartmassage uit: dertig keer pompen en vervolgens twee keer beademen.
- Geef hartmassage met 100 à 120 keer pompen per minuut. Het ritme van Stayin' alive van Bee Gees is goed.
Tom Van de Vreken

